|
|
Het oudbakken wittebrood weken in lauwe melk. Wanneer het brood goed mals is, het pletten met een vork en 2 hele eieren.
Een snuifje zout, 3 el suiker en een weinig kaneel toevoegen. Goed mengen en overbrengen in een beboterde gratineerschotel.
Bestrooien met paneermeel en vervolgens met suiker; dan bestrooien met kleine klontjes boter en gedurende 30 min. in een warme oven laten gaar worden.
Warm of koud opdienen, in de schotel.
Men kan desgewenst vooraf in rum geweekte, gedroogde en in bloem gewentelde rozijnen aan de bereiding toevoegen |