|
|
De avond te voren. In gelijke stukken gesneden konijn laten marineren in witte wijn, vermengd met sneetjes ajuin, wortel, gehakte look, tijm, laurier en korrelpeper.
Laat de brokken konijn uitdruppelen.
Rol ze door de bloem, na ze te hebben gekruid met zout en peper. Laat ze in de braadpan in boter bruin worden en leg ze in een pot. Laat in deze pot enkele reepjes spek in kokend water trekken. Neem ze met de schuimspaan af en leg ze over het konijn.
In dezelfde pot laat men fijne sneden ajuin bruinen, een weinig met het marineervocht besproeien en in de kookpot op het konijn gieten, evenals het overschot van het marineervocht. Een jong konijntje zal op 30 min, klaar zijn, een groot konijn kan 60 tot 80 min. vergen.
Dien met puree op. |