|
|
Meng 3/4 deel van de melk met de room, de suiker en het kaneelstokje.
Verhitten tot 85°C.
Meng 1/4 deel van de melk met de melkpoeder, dextrose, maïzena en de
kaneelpoeder tot een glad papje. Beide mengsels met elkaar vermengen en opnieuw verhitten tot 85°C, gedurende 5 minuten. Pas op voor
doorverhitting van de pan. Gas laag. De compositie passeren in een
schone pan. Het mengsel snel roerend terugkoelen in koud stromend water of ijswater. Compositie hygiënisch afdekken met plasticfolie en in de koelkast laten rijpen.
Schakel de ijsmachine in op stand (compact-ijs) en giet het mengsel in
de koelkom. Bereidingstijd: ca. 35-45 minuten.
Voor de flensjes de bloem met 150 cc melk aanroeren met een garde,
ei, poedersuiker en zout toevoegen. De resterende 50 cc melk toevoegen.
Het beslag dun houden. Flensjes in een flensjespan goudbruin bakken.
Voor de appeltaartvulling de geschilde appels in blokjes snijden. Doe
de appel met de rozijnen in een glazen kom en schep er de custardpoeder, de basterdsuiker, de cognac, de kaneel en de citroenrasp door. Zet even afgedekt een paar minuten op de hoogste stand in de magnetron en laat nagaren.
Verwarm de flensjes eveneens op in de magnetron.
Verdeel de appeltaartvulling over de flensjes en vouw ze dubbel.
Leg ze op een bord en serveer er een bolletje kaneelijs bij en garneer met een rozet slagroom en een mooi topje mint. |