|
|
Schil de asperges en snijd een stukje van de uiteinden eraf.
Leg ze in een bak met ruim koud water. Zet de schillen en stukjes op met 7 dl water en een theelepel zout. Aan de kook brengen, 20 minuten laten trekken en boven een maatbeker door een zeef schenken. Smelt de boter en roer er de bloem door. Blijf een minuut roeren met een houten lepel, zonder dat de bloem kleurt. Giet er nu scheutje voor scheutje de aspergebouillon bij. Blijf roeren tot eerst een gladde, gebonden saus ontstaat en daarna een romige soep. Haal de asperges uit het water en snijd ze in stukjes. Voeg ze toe aan de soep, draai het vuur laag en laat 15 à 20 minuten koken, tot de aspergestukjes gaar zijn en de soep niet langer naar bloem smaakt. Voeg de crème fraîche toe en pureer de soep glad met een staafmixer (en werk hem eventueel door een zeef). Maak op smaak met zout en versgemalen (witte) peper. Verdeel de aspergesoep over vier kommen, leg in het midden wat garnalen en bestrooi met kleine plukjes kervel.
Vegetariërs vervangen de garnaaltjes door kruimels hardgekookt ei. |