|
|
Snijd het konijn in stukken en marineer minstens 6 uur in de rode wijn met de grofgehakte wortel en ui, de doorprikte ui, tijm, laurier en jeneverbessen.
Neem het uit de marinade, dep droog en omwikkel het met de plakken vet lardeerspek. Kruid met peper en zout.
Schik in een braadslee en overgiet met de gesmolten boter. Laat in de op 225 °C voorverhitte oven 30 minuten bakken.
Bereid intussen de saus: meng de bouillon met de Worcestershiresaus en laat indikken met de bruine roux. Voeg de madera toe en het in witte wijn aangestoofde en gesnipperde uitje. Roer de tomatenpuree erdoor met de vooraf aangefruite paddestoelen. Roer er tot slot de bessengelei en de peterselie door.
Schik de stukken konijn op een warme schotel en overgiet met de saus. |