|
|
Vanille- ijs:
Snijd de vanillestokjes in de lengte door en haal er het merg uit. Breng ze samen met de melk en de helft van de suiker tot tegen het kookpunt. Klop ondertussen de eierdooiers, samen met de rest van de suiker, witschuimig. Voeg er al roerend de warme melk bij en klop alles goed op. Breng weer over in de kookpan. Zet op een niet te hoog vuur en breng, goed roerend, tot juist tegen het kookpunt. Het mengsel is klaar, wanneer het aan de achterkant van een eetlepel plakt en je er met de vinger een streep door kan trekken die zichtbaar blijft. Laat afkoelen met een deksel op de kookpot om velvorming te voorkomen. Roer er, als het mengsel afgekoeld is, de room door. Verwijder de vanillestokjes. Laat verder afkoelen in de koelkast. Breng over in de ijsmachine en laat dan verder de ijsmachine draaien totdat de ijsroom klaar is.
Kletskoppen:
Smelt de boter in het water met de nootjes, de amandelen en de suiker. Voeg de bloem toe en meng het geheel goed door elkaar zonder teveel te kloppen. Rol daarna het mengsel koud op een bebloemde tafel. Snij de rol in schijven, duw ze plat en bak ze op een beboterde plaat. Laat ze tenslotte afkoelen. De volgende dag zijn ze etensklaar.
Witloof met ijs:
Verwijder het bittere gedeelte van het witloof en snijd de stronkjes in fijn reepjes. Smelt vetsof in een pan. Voeg het witloof toe en de suiker. Laat op een hoog vuur glazig en knapperig worden. Strooi er wat kaneel bij. Schik een bedje van witloof op de dessertborden en leg er een bolletje vanille- ijs op. Versier de rand van de borden met kaneelpoeder.
Met dank aan Sarah |