|
|
U begint met het deeg. Doe de bloem in een grote kom en verdeel de koude boter er in vlokken overheen. Neem twee messen en snijd de boter door de bloem tot er een korrelige massa ontstaat. Giet er een losgeklopt ei bij en verwerk met de messen door de massa. Voeg zout en ijswater toe en kneed er snel (met uw handen) een samenhangende deegbal van. Bestuif het aanrecht met bloem, leg het deeg erop en rol het met de deegroller ui tot een ronde lap van ongeveer 30 cm doorsnede. Neem een ronde vorm met een doorsnede van 22 cm en beboter die. Leg de lap deeg in de vorm en druk hem zachtjes aan zodat de bodem en zijkanten goed zijn bedekt. Snijd het deeg dat over de rand van de vorm hangt af. Zet de vorm met deeg in de koelkast. Nu de asperges. Groene hoeft u niet te schillen, witte wel (dat doet u met een dunschiller). Zowel van de groene als de witte snijdt u de houterige onderkant af (ongeveer 2 cm). U zet de asperges op in een ruime pan en zorgt dat ze net onder water staan. Beetje zout erbij en zachtjes aan de kook brengen. Houdt ze zo'n 7 minuten tegen de kook aan. Zet het vuur uit en laat de asperges nog 10 minuten nagaren (ze zijn dan beetgaar). Haal de asperges uit het kooknat, spoel ze af met koud water en laat ze goed uitlekken op een droge theedoek. Verwarm de oven voor op 200°C. Haal de vorm met deeg uit de koelkast. Smelt wat boter in een ruime koekenpan en verwarm daar de plakjes ham even in en leg ze op de bodem van de vorm met deeg. Leg daar de asperges in kransvorm op en bedek ze met wat plakjes gorgonzola. Breek de drie eieren in de beslagkom, klop ze goed los en voeg er al kloppend de room, peper en zout aan toe. Giet de eieren over de asperges. Zet de vorm 30 minuten in de oven. Dit aspergegerecht kunt u warm eten met gekookte jonge aardappeltjes, hard gekookt ei, een beetje gesmolten boter met wat gehakte peterselie en een mooi glas witte wijn. Ook koud is de aspergetaart niet te versmaden. |