|
|
Maak de trompettes de mort en cantharellen schoon. Snij de grootste in tweeën. Maak het eekhoorntjesbrood schoon en snij het in schijfjes. Was de peterselie, dep hem droog, stroop de blaadjes af en hak ze fijn. Pel de teentjes look en versnipper ze.
Verhit 1 eetlepel olijfolie in een hete pan, doe de paddenstoelen er in schijfjes in en stoof ze 2 minuten. Bestrooi met zout. Laat uitlekken in een zeef.
Laat in dezelfde pan 15 g boter smelten en stoof alle paddenstoelen samen nog eens 5 minuten op een hoog vuur. Breng op smaak met peper, doe de peterselie en het look erbij en stoof nog eens 1 minuut.
Maal de jeneverbessen fijn in een vijzel. Meng er de grof gemalen peper en wat zout onder en wrijf de 12 stukjes ree er aan weerskanten mee in.
Verhit een scheutje olijfolie in een braadpan en bak de reestukjes anderhalve minuut aan weerskanten.
Leg ze in een voorverwarmde schotel. Deglaceer het braadvocht met een scheut cognac, doe er een 1/2 glas bouillon bij en kook één vierde in. Roer er dan snel het klontje boter door. Blijf roeren tot de boter gesmolten en de saus gebonden is.
Giet de saus over de ree en verdeel de paddenstoelen errond.
Dit is een recept van Paule Neyrat |