|
|
Voor de kersen de siroop aan de kook brengen en laten indikken. Het vanillestaafje, wodka en kirsch toevoegen. Dit over de kersen gieten en een nachtje laten staan.
De eieren en suiker tot een hard schuim kloppen. Daarna de slagroom kloppen zonder dat deze stijf wordt.
De chocolade smelten en met de kwark en cointreau mengen. De gelatineblaadjes in koud water weken en ze laten smelten als ze zacht zijn.
De eieren en de chocolade mengen met de kwark. Op het laatst de gelatine toevoegen en de mousse in de koelkast zetten om op te stijven.
Wie zich wil wagen aan de chocoladecilinder, laat witte chocolade smelten. Dit op bakpapier uitstrijken met een plamuurmes en met een dunne kam (maar met een harkje uit de tuinset van je kinderen lukt het ook) strepen trekken. In de ijskast laten opstijven. Daarna donkere chocolade laten smelten en over de witte chocolade gieten. Weer met een plamuurmes gladstrijken en weer in de ijskast laten opstijven. Uit de ijskast halen, heel even laten liggen en met bakpapier en al rolletjes maken. Wel geduldig zijn, want anders breekt het. Daarna de rolletjes weer in de ijskast en net voor gebruik eruit halen, snijden en vullen met de mousse. De kersen rondom de torentjes dresseren. Wie geen cilinders heeft gemaakt: de mousse is - als het goed is - stijf genoeg om er andere torentjes van te maken. |