|
|
Een dag op voorhand
Snij de vanillepeulen open en schraap er het merg uit
Meng het amandelpoeder, de poedersuiker en het vanillemerg gelijkmatig door elkaar. Dek af en laat rusten op kamertemperatuur
Haal de eieren uit de koelkast
De dag zelf
Verwarm de oven voor op 150°C. Zeef het amandel-suikermengsel boven een vel bakpapier.
Klop de eiwitten stijf. Meng er 1/4 van de kristalsuiker door en blijf kloppen. Voeg de overige suiker toe, blijf kloppen.
Neem het vel bakpapier bij de vier punten, voeg het amandel-suikermengsel in één keer bij de eiwitten en spatel het er voorzichtig door.
Roer tot het beslag als een lint van de spatel loopt.
Spuit bolletjes op een bakplaat met bakpapier.
Bak 15 à 18 minuten in de voorverwarmde oven. Open de oven even om de 4 à 5 minuten, zodat de vochtigheid kan ontsnappen.
Haal de bakplaat uit de oven, licht het vel met de macarons even op, druppel wat water onder het bakpapier en wacht 2 minuten. De macarons komen zo los van het papier. Leg ze omgekeerd op een rooster en laat afkoelen.
Maak de chocoladecrème of ganache. Breek de chocolade in stukken. Breng de room aan de kook en laat er de chocolade in smelten. Meng snel tot een smeuïge crème en laat afkoelen.
Spuit de ganache met een spuitzak op de onderste helft van de koekjes en bedek met de andere helft. Wacht 2 dagen voor je de macarons serveert. Bewaar ze intussen in de onderste lade van de koelkast. |