|
|
Appels schillen en uitboren.
De boter, kaneel, rozijnen en spijs mengen tot een glad geheel.
De holtes in de appels hiermee vullen.
Verwarm de oven voor (200°C).
De plakjes korstdeeg met losgeklopt eigeel bestrijken.
Een appel in het midden van een plak zetten en het deeg er sluitend omheen vouwen.
De bollen met water bestrijken en bestrooien met suiker.
+/- 20 minuten bakken.
Afkoelen en voor het serveren opnieuw even afbakken in een hete oven.
Kaneelijs:
De melk, de room, suiker, glucose, vanillemerg en het kaneelstokje aan de kook brengen en 15 minuten laten trekken.
Eierdooiers luchtig kloppen in de keukenmachine.
Giet er langzaam het roommengsel bij en laat kloppen tot het koud is.
Draai er in de sorbetiére ijs van.
Sabayon:
Eierdooiers met calvados, cider, suiker en vanillemerg au bain-marie luchtig kloppen tot een stevige massa.
Van het vuur af koud kloppen.
Als de massa koud is, er de stijfgeslagen room door spatelen.
Obliebakje:
Verwarm de oven voor; maak de boter vloeibaar.
Meng de ingredienten in een ruime kom dooreen.
Maak er rondjes (+/- 10 cm) van op een bakblik; 8 minuten bakken in de oven op 200 graden, er wel bijblijven, ze zijn zo verbrand.
Haal ze uit de oven en vorm er meteen bakjes van.
Sabayon op het bord, daarin de appelbol en een bolletje kaneelijs in een obliebakje ernaast.
Garneer met een muntblaadje. |