|
|
- Rooster de amandelen in een met boter ingevette koekepan bruin, onder voortdurend omschudden. Snipper een flinke ui en fruit die lichtbruin in de boter of margarine.
- Voeg de rundergehakt toe en laat dat onder voortdurend bewerken met een vork rul bakken. Kruid het mengsel met peper, zout, nootmuskaat en gemberpoeder.
- Neem het mengsel van het vuur, roer de amandelen erdoor en laat het dan enigszins afkoelen. Roer er dan de room en het losgeklopte ei door.
- Maak een glad flensjesbeslag van de bloem, de melk, een snufje zout en de groene kruiden. Bak er in de boter acht dunne flensjes van.
- Verdeel het gehaktmengsel over de flensjes en rol deze daarna op. Leg ze in een beboterde vuurvaste schotel.
- Bereid een witte saus van de boter, met daar doorheen geroerd de bloem. Schenk de melk erbij en breng het geheel, al roerend met een garde, aan de kook.
- Voeg de gruyerekaas toe en schenk deze saus over de flensjes.
- Zet de schotel 20 minuten in het midden van een hete oven (200° C). |