|
|
- Zet de asperges een kwartier voor het schillen in koud water. Spoel ze
voorzichtig af onder de kraan en schil ze zorgvuldig. Snij ongeveer anderhalve centimeter van de onderzijde af. (Deze uiteinden
zijn meestal wat uitgedroogd. Bij het afsnijden mag het mes nauwelijks weerstand vinden.) Leg de schillen en de afgesneden uiteinden in een pan, leg er een theedoek bovenop en leg 'daarop de geschilde asperges. Giet er zoveel koud water bij dat de asperges goed onderstaan en voeg het zout en de boter toe. Breng het water aan de kook, draai het vuur klein en hou het water tegen de kook aan. Na 4 tot 10 minuten (afhankelijk van de dikte en de versheid van de asperges) de pan van het
vuur halen, een deksel erop leggen en de asperges in het hete water verder laten garen. Na een minuut of vijftien tot twintig controleren of de asperges gaar zijn door met een vork in de ondereinden te prikken. De asperges moeten zacht maar niet papperig zijn.Haal met een schuimspaan of twee vorken voorzichtig de asperges uit het
kookvocht en laat ze even uitlekken. Leg ze vervolgens netjes naast elkaar en dien ze op. |