|
|
- Doe de bloem in een kom, maak er een kuil in en brokkel daarin de gist.
Strooi over de gist 2 theelepels suiker en giet er een scheutje warm water
op. Klop met een vork eerst tot een glad gistpapje, voeg de rest van het
water toe en klop er 1/4 van de bloem door. Besla het mengsel 1 minuut en dek het beslag af met wat overige bloem.
- Zet de kom 20 minuten op een warme plaats.
- Voeg de rest van de suiker, geraspte citroenschil, boter en zout toe.
Kneed, rek, vouw en sla het deeg 8-10 minuten (machine: 4-5 minuten) tot er grote blazen ontstaan en het deeg vanzelf loslaat van de hand. Vorm van het deeg een bol, leg er een stuk plastic over en laat het deeg bij kamertemperatuur 60 minuten rijzen.
- Vet een bakplaat in. Bestuif werkvlak, deegrol en handen met bloem.
Sla de bol plat en rol hem verder uit tot een vlak ovaal van 40-50 cm lang
met puntige uiteinden. Breng hem over op de diagonaal van de bakplaat, leg er een droge doek over en laat het geheel 15 minuten rijzen. Knip de beide uiteinden 3 keer tot op 10 cm in en krul de ontstane repen naar binnen toe op. Kerf met een scherp mesje in het overige deeg oppervlakkige figuurtjes, in gebogen vorm en rechte strepen. Bestrijk het deeg met losgeklopt ei en laat het nog 15 minuten zo rijzen.
- Verwarm de oven 10-15 minuten voor op 200-225 graden Celcius
(gasstand 4-5). Bestrijk het deeg nogmaals met ei en bak de Duivekater in het midden van de oven in 25-30 minuten glanzend goudbruin. Schuif het brood uit de oven op een rooster om af te koelen. |