|
|
De sjalotten pellen en zeer fijn hakken. Het (lams)gehakt in een kom doen en mengen met tweederde van de sjalotten, het ei, een halve theelepel paprikapoeder en de tabasco. Kruiden met peper en zout en afgedekt in de koelkast zetten.
De broccoli schoonmaken en in zeer fijne roosjes verdelen. De paprika wassen, halveren, de zaadlijst verwijderen en in gelijke ruitjes snijden. De broccoliroosjes en de paprikaruitjes gedurende 2 tot 3 minuten blancheren in licht gezouten water. Onmiddellijk afgieten en laten uitlekken. De helft van de broccoliroosjes apart houden voor de saus en de afwerking.
De wortelen spoelen en schrapen. In de lengte doorsnijden in niet te dunne plakken. Met een vormpje in stermotief er sterren uitduwen. Deze sterren beetgaar koken in licht gezouten water, afgieten en laten uitlekken. Vervolgens laten glanzen in een weinig boter en bestooien met een beetje suiker. Warm houden.
Het (lams)gehakt voorzichtig mengen met de broccoliroosjes en de paprikaruitjes. Het mengsel in gelijke porties verdelen en van elke portie een hamburger vormen. Boter in een pan smelten en er de (lams)burgertjes in ongeveer 15 minuten aan beide kanten gaarbakken.
Ondertussen de room verwarmen samen met de kippenbouillon, enkele broccoliroosjes en de rest van de fijngesnipperde sjalotten. Zachtjes laten inkoken, mixen en vervolgens zeven. Op smaak brengen met peper en zout. Opkloppen met enkele klontjes koude boter.
Op verwarmde borden de broccoliroomsaus verdelen. In het midden een (lams)burger leggen. Verder versieren met de overblijvende broccoliroosjes en de wortelsterren. Opdienen met fijne frietjes. |