|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Wentelteefjes | |||
| ingrediënten: | |||
| Voor 1 à 2 personen: 4 sneetjes oud en droog witbrood 1 groot ei 1-1/2 deciliter melk (150 gram) 1 volle eetlepel suiker (zoveel als er op kan) boter of margarine om te bakken Suiker en kaneel om op de wentelteefjes te strooien.(of jam, honing, stroop of iets dergelijks) |
|||
| bereiding: | |||
| Kluts, in een diep bord, met een garde of een vork, het ei, de melk en de suiker door elkaar tot de suiker opgelost is.
Smelt een flinke eetlepel boter in een koekenpan en haal de pan van de hittebron af. Leg een boterham in het eimengsel. Druk de boterham met een vork even aan waar hij het eimengsel niet raakt, tel tegelijkertijd tot 3 en draai de boterham dan meteen om. Laat de boterham in het eimengsel liggen. Zet de koekenpan terug op de hittebron. Leg de geweekte boterham in de koekenpan. Bak op matige warmte de wentelteef aan de onderkant goudbruin, draai om en bak de andere kant ook. Laat de wentelteef uit de pan op een bord glijden. Doe een klontje boter in de koekenpan en week en bak de rest van de wentelteefjes net zo als de eerste. Tip: Wie erg handig is kan tijdens het bakken de volgende boterham al vast weken, maar dat vereist een goede timing omdat een boterham die te lang in het eimengsel ligt uit elkaar valt. |
|||
 |
|||
| mail dit recept naar een vriend of vriendin | |||
 |
|||