|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Paddestoelen-wijnsaus | |||
| ingrediënten: | |||
| Lekker bij wild
Nodig: 10 gram gedroogde paddestoelen (cèpes), 2 sjalotten, 1 knoflookteentje, 250 g champignons, 50 g ontbijtspek, in blokjes, 2 dl runderfond (uit een pot), 1½ dl rode wijn 1 laurierblaadje, ½ tl tijm, 1 el zachte boter 1 el bloem, 1/8 l crème fraîche, zout en peper. |
|||
| bereiding: | |||
| Week de gedroogde paddestoelen ca. 15 minuten in heet water tot ze zacht zijn; ze moeten net onderstaan. Knijp de paddestoelen uit en snijd ze in smalle reepjes. Pel de sjalotten en de knoflook, snipper ze fijn, borstel de champignons schoon en snijd ze in plakjes. Bak de sjalot- en knoflooksnippers, de paddestoelreepjes en de spekblokjes ca. 3 minuten in het bakvet van het vlees, voeg de champignons toe en bak ze ca. 5 minuten mee. Voeg de fond, de wijn, de laurier en de tijm toe en breng de vloeistof al roerende aan de kook. Laat de saus in ca.15 minuten iets inkoken. Maak intussen beurre manié, prak de boter en de bloem goed doorelkaar. Roer de crème fraîche door de saus, breng haar weer aan de kook en bind de saus door er vlokje voor vlokje de beurre manié door te kloppen. Breng de saus op smaak met zout en peper. | |||
 |
|||
| mail dit recept naar een vriend of vriendin | |||
 |
|||