|
|
De melk lauwwarm maken.
In een grote kom gist aanmengen met wat lauwe melk.
De gedroogde gist laten weken in lauw water en suiker.
Bloem, zout en de rest van de melk in een kom toevoegen. Dit kneden tot het deeg soepel is en van de kom loslaat.
De rozijnen wassen en drogen. Daarna de rozijnen met het deeg vermengen.
De kom met deeg met een vochtige doek afdekken en het deeg op een niet te warme plaats circa anderhalf uur laten rijzen.
Het deeg opnieuw en daarna plat slaan tot een vierkante lap met een lengte die iets kleiner is dan de broodvorm. Daarna de lap oprollen, waarbij de omgevouwen kant stevig tegen het deeg aangedrukt wordt.
De broodvorm invetten met boter. Het deeg moet daarna in de broodvorm geplaatst worden waarbij de 'vouw' onder komt.
Het deeg moet worden bedekt met een met bloem bestoven doek. Dan moet het circa een half uur narijzen op een niet te warme plaats.
De oven voorwarmen ongeveer 10 minuten op 200 °C (gasoven: stand 4). Daarna de broodvorm in het midden van de oven plaatsen en het brood in circa drie kwartier bakken.
Vlak voordat het brood uit de oven wordt genomen, moet de bovenkant worden bestreken met water.
Het brood uit de oven nemen en meteen keren. |