|
|
Voor dit gerecht hebt u een malse, jonge fazant nodig die niet langer mag braden dan een uur. Zout de fazant van binnen en van buiten licht. Bardeer hem vervolgens. Barderen is het omwikkelen met een dun laagje spek. Bind het spek met katoenen draad in ieder geval om de buik en de poten. De fazant kan zowel op het fornuis als in de oven gebraden worden. Op het fornuis moet u de fazant regelmatig keren, in de oven moet hij regelmatig worden overgoten met braadvet. Als de fazant bijna gaar is, na ongeveer 1 uur, haalt u de draden weg. Wanneer het vlees loslaat, is de fazant gaar. Kruis intussen de kastanjes met een scherp mes aan de bovenzijde in en leg ze middenin de oven gedurende ruim 10 minuten. Pel ze vervolgens zo snel mogelijk. Doe ze dan in een niet te grote pan met de bouillon, het klontje suiker en wat zout. Zodra het kookt, doet u er 1 eetlepel boter bij en draait het vuur zo laag mogelijk. De kastanjes zijn nu ongeveer gelijk met de fazant gaar. Ze moeten glimmen en alle vocht hebben opgenomen. Halveer nu de geschilde appels, verdeel iedere helft in drieen. Snijd de klokhuizen weg, Smoor de appelstukjes snel in 100 gram hete boter. Om verkleuren tegen te gaan kunt u het best na het schillen de appels direct besprenkelen met citroensap. Na het smoren ongeveer 8 minuten- houdt u de appel warm. Leg de fazant op een voorverwarmde schaal en schik de kastanjes er aan een kant naast. De appels komen aan de andere kant. Doe de calvados en de cider in de braadpan en kook dit mengsel even. Zorg ervoor dat alle saus goed opgenomen wordt in het geheel. Roer tenslotte slagroom of zure room, zout en wat peper door de saus. Giet een deel van de saus over de fazant en serveer de rest er afzonderlijk bij. |