|
|
Oven voorverwarmen op 200 °C of gasovenstand 4. Ovenschaaltje invetten met olie. Bollen knoflook in schil er inzetten. In elke bol takje rozemarijn steken. 2 eetlepels olie erover scheppen. In oven bollen in ca. 30 minuten gaar poffen. Sjalotje pellen en fijn snipperen. In wijde pan 1/2 eetlepel olie verhitten en sjalotje ca. 2 minuten fruiten. Wijn, fond, tijm, peterselie en peper toevoegen, aan de kook brengen. Op hoog vuur in 20 à 30 minuten tot ca. 1/3 deel inkoken. Vocht boven steelpan door zeef schenken. Sherry en suiker erdoor roeren en ca. 10 minuten zacht laten pruttelen. In droge koekenpan carbonarareepjes in ca. 3 minuten knapperig bruinbakken. Op keukenpapier laten uitlekken. Bewaar bakvet. Knoflook pellen. Ris rest van rozemarijn van takjes. Knoflookteentjes, 1 eetlepel rozemarijnnaaldjes, 2 eetlepels rode-wijnkaramel, zout en peper in kom door elkaar scheppen.
(Ca. 30 minuten van tevoren entrecotes uit koelkast nemen.) In koekenpan vet van carbonarareepjes met 1 1/2 eetlepel olie verhitten. Entrecote in 6 à 7 minuten bruin en van binnen rosé bakken. Rode-wijnkaramel zachtjes opnieuw verwarmen. Entrecotes op borden leggen. Bestrooien met zout en peper, knoflookteentjes en vleesreepjes erop scheppen. Rode-wijnkaramel rond entrecotes druppelen. Garneer met rozemarijn.
Tip:
U kunt ook kogelbiefstuk of tournedos gebruiken. Voor kogelbiefstuk is de baktijd hetzelfde, voor tournedos 1 à 2 minuten korter. |