|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Reeschotel met garnituur van "Williams aardap | |||
| ingrediënten: | |||
| 450 g biefstukjes gesneden uit reebout
2 reehaasjes 8 reekoteletjes 100 g witbrood zonder korst 25 g peterselie 10 g rozemarijn 10 g tijm 100 g rauwe aardappel 5 dl wildfond enkele jeneverbessen 1 vers rauw eiwit peper en zout Voor het garnituur: 200 g aardappelpuree 200 g knolselderij 150 g peultjes 40 g bloem 1 eiwit 40 g paneermeel |
|||
| bereiding: | |||
| Het brood samen met de kruiden laten drogen en daarna fijnmalen. De rauwe aardappel raspen en vermengen met het eiwit.
Wrijf de reebout in met het mengsel van gekneusde jeneverbessen, peper en zout en paneer ze in de brood/kruidenmix. Gril de reekoteletjes aan beide kanten. Snijd de reehaasjes in twee delen per haasje en pak deze in de geraspte aardappel. Voorzichtig frituren. Gaar de reebout ongeveer 10 minuten in een voorverwarmde oven van 180 graden. De koteletjes gaan nog 5 minuten en de haasjes nog 3 minuten in dezelfde oven. Vorm met de hand kleine "peertjes" van de aardappelpuree. Haal deze door bloem, ei en paneermeel en frituur ze als aardappelkroketjes. Snijd de knolselderij in dunne reepjes en kook deze beetgaar. Maak deze peultjes schoon en maak ook deze beetgaar. Klop enkele vlokjes koude boter door de warmgemaakte wildfond. Drapeer de groentes speels op het bord. Leg vervolgens de drie bereidingen van ree eromheen (de reebout is in dunne plakken gesneden). Leg dan de aardappelpeer op het bord en schep de saus eromheen. |
|||
 |
|||
| mail dit recept naar een vriend of vriendin | |||
 |
|||