|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Soepje met groentehart | |||
| ingrediënten: | |||
| voor 2 personen:
1 kropsla, l bosje lente-uitjes, l prei, 125 gram doperwtjes (diepvries), l geperst teentje knoflook, 2 eetlepels olijfolie, 1/2 liter kippenbouillon, peper en zout, muntblaadjes voor de garnering. |
|||
| bereiding: | |||
| Snijd het hart uit de kropsla. Haal alle bladeren van elkaar, was en droog ze. Snijd de worteltjes en het bovenste deel van het loof van de lente-uitjes weg, maar laat er nog een stuk van het groen aan. Maak de prei schoon en snijd hem in ringetjes. Verhit de olie. Fruit er de prei en knoflook in. Voeg de slabladeren en de bouillon toe en laat 5 minuten koken. Doe de lente-uitjes erbij en laat nog 5 minuten koken. Schep de slabladeren en de lente-uitjes uit de bouillon en voeg de doperwtjes toe. Laat 10 minuten koken. Pureer de soep tot een glad mengsel en kruid royaal met peper en zout.
Schik de slabladeren in het midden van verwarmde borden. Schep er de soep omheen en versier met lente-uitjes en muntblaadjes. |
|||
 |
|||
| mail dit recept naar een vriend of vriendin | |||
 |
|||