|
|
Begin met de witte vulling: laat de gelatine weken in koud water en klop de room voor driekwart op.
Klop de suiker en de eierdooiers samen op. Roer de dooiers samen met de amaretto door de yoghurt. Knijp de gelatine uit, smelt ze op het vuur (niet te warm) en roer ze door de yoghurt (eventueel roert u eerst een beetje yoghurt bij de gelatine en dan de gelatine bij de rest van de yoghurt.) Let op voor klonters. Roer er tenslotte de slagroom door.
Voor de gele vulling gaat u op precies dezelfde manier te werk, maar u vervangt de yoghurt door advocaat en cognac. Strijk de halve eivorm in met een dun laagje boter. (Inhoud = 3/4 l.)
Rol de marsepein dun uit en beleg hiermee de vorm. Strooi eerst flink wat bloemsuiker op de vorm, zo kunt u er straks het ei makkelijker uitkrijgen. Spuit of strijk de witte vulling in de vorm. Spuit het hele ei tot aan de rand vol, maar laat nog voldoende ruimte open in het midden. Daar komt de eierdooier. Laat eventueel een beetje opstijven in de koelkast. Vul het ei verder op met de gele vulling. Laat nu goed opstijven in de koelkast.
Plaats nu enkele makarons op een schaal. Hierop kunt u straks het ei zetten. Haal het paasei uit de vorm en versier de buitenkant van het ei. Met de mokka essence en een penseel kunt u de marsepein beschilderen. Werk eventueel verder af met een geel lint. Schenk hierbij een zoete dessertwijn. |